Stoppen met leren op de klok..
Veel organisaties vragen zich af hoe zij de mensen binnen de organisatie kunnen ondersteunen en uitdagen. Vaak komt men uit op het stimuleren van leren en ontwikkeling door het aanbieden van cursussen en trainingen. Het idee is dat daarmee de intrinsieke motivatie bij medewerkers ondersteund wordt op een manier waarbij de doelen en waarden van medewerkers verbonden zijn aan de doelen en waarden van de organisatie. Klinkt niet gek... maar klopt dat wel?!
De wereld op zijn kop
Door op deze manier te kijken, begin je bij het instituut leren. Veel beter kun je redeneren vanuit de nieuwsgierigheid en het eigenaarschap van de medewerkers om zichzelf te ontwikkelen. Nu lijkt opleiding het beginpunt in plaats van het slotstuk. En het ‘leren’ kan geregeld niet doorgaan vanwege te weinig aanmeldingen, een zieke trainer of een andere calamiteit die de aandacht vraagt. Hiermee hebben we de wereld op zijn kop gezet.
We zijn zo verkokerd geraakt in leren als een geïsoleerde activiteit te beschouwen, dat we vergeten zijn dat leren een continu onderdeel is van het vermogen om onszelf te sturen en te ontwikkelen. De tijd om organisaties in te richten vanuit communicatieve zelfsturing – de roep om individuele sturing op leren vanuit het contact met anderen – is hier. Een concept dat al lang bestaat en is bedacht door filosoof Arnold Cornelis.
Voldoen aan het systeem
Kijk eens naar jonge kinderen. Zij zijn de hele dag aan het leren. Niet omdat ze dat moeten, maar omdat het een vanzelfsprekend onderdeel is van hun ontwikkeling als mens. Zo vanaf hun 4ejaar beginnen de ouders – heel plichtsgetrouw – aan het systeem van het onderwijs te voldoen. Daarbij lijken alle clichés van de luizenmoeder waar. De ouders ervaren vanaf dat moment een boost om hun kind het beste te geven en om hem of haar te helpen zich als ideale leerling te ontwikkelen. Als zij dan thuiskomen en ‘vrij’ zijn, worden ze – om het leereffect van school te vergroten – uitgedaagd met buitenschoolse manieren van ontwikkelen. Online omgeving Squla is daarvan een mooi voorbeeld. En dát terwijl zij in de jaren ervoor de hele dag de meest fantastische dingen hebben geleerd; lopen, praten, coördineren, eten, in het potje poepen, etc.
Kinderen worden vaak van jongs af aan in een systeem geplaatst en niet meer benaderd als een individu die zichzelf in zijn of haar ontwikkeling als mens stuurt. We lijken op de een of andere manier geprogrammeerd te zijn om aan dat systeem mee te doen. Veel beter zouden we kunnen kijken naar wat het kind nodig heeft. Een dagje thuisblijven, even geen belasting of – juist – iets meer prikkels.
Het toevallige laten gebeuren
Binnen organisaties zie je eenzelfde uitdaging om niet in een systeem te stappen en jezelf onder te dompelen in een curriculum of jezelf afhankelijk te maken van een procedure. Leren is zo’n ding waar je eigenlijk geen tijd voor in je agenda kan maken, omdat het op de meest onverwachte momenten en plaatsen ontstaat. Wel kun je ruimte in je hoofd en in je agenda maken om het toevallige te laten gebeuren.
Het is een verschil tussen kloktijd en duurtijd. In de filosofie heten deze verschillende vormen van tijd, respectievelijk chronos (kloktijd) en kairos (duurtijd). Chronos is de sequentiële tijd die is opgeknipt in secondes, minuten, etc. Deze is ontstaan door onze behoefte om te plannen. Kairos gaat over de gelegenheid en de juiste tijd om iets voor elkaar te krijgen. In de duurtijd hangt alles met elkaar samen. In principe zou chronos altijd ondersteunend moeten zijn aan kairos.
In organisaties hebben we concepten die eigenlijk horen bij de duurtijd in kloktijd gepropt. De kloktijd moet faciliterend zijn aan de duurtijd van elke ontwikkeling. De ontwikkeling van mensen, teams en organisaties. Het tempo en het moment laat zich hierin moeilijk plannen. Wat we moeten doen, in plaats van opleidingen, trainingen en cursussen aanbieden, is gelegenheid creëren dat deze ontwikkeling er mag zijn. Laten we dit de vertraagde tijd noemen.
door Raymon Geurts